Na een vergunningsaanvraag van de Watergroep voor hun Waterproductiecentrum (WPC) in Bovelingen, beslist het Departement Omgeving om een tijdelijke proefvergunning van 2 jaar onder voorwaarden toe te kennen. Zoals al eerder werd aangegeven in onze Nieuwsbrief, is deze grondwaterwinning voor drinkwater door de Watergroep erg omstreden omwille van de talrijke huizen in de buurt die last krijgen van scheuren en het droogvallen van het aanliggende Hornebos dat een onderdeel is van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN).
Eind 2021 deed de Watergroep reeds een aanvraag voor het oppompen van 900 000 m³/ jaar. Ze deed dit uitschijnen als een vermindering. In vergelijking met het toen geldige vergunning die een maximum van 1 400 000 m³/jaar toekende, is dat inderdaad zo, maar in praktijk komt de 900 000 m³/jaar overeen met het reëel opgepompte debiet. Sedert een aantal jaren begonnen in het nabijgelegen Rukkelingen verschillende huizen scheuren te vertonen en werd het water in het nabijgelegen Hornebos letterlijk leeggezogen. Intussen lopen al verschillende gerechtelijke procedures van dorpelingen tegen de Watergroep. De Watergroep ontkent tot nu toe hun verantwoordelijkheid voor de zettingen van de huizen en wijst hiervoor naar de 3 opeenvolgende hete zomers van 2018, 2019 en 2020 en de algemene opwarming van het klimaat.
Lees meer in ons eerder nieuwsbericht:)
Door het onverwacht felle protest werd de vergunningsaanvraag begin dit jaar ingetrokken en de Watergroep diende een nieuwe in met een maximaal debiet van 850 000 m³. Na verloop van tijd willen ze de opgepompte hoeveelheid in dit WPC zo snel mogelijk verminderen met de helft, nl naar 450 000 m³.
De overheid heeft de aanvraag onder de loep genomen en is niet ingegaan op de aanvraag om een vergunning toe te kennen voor 20 jaar. Door de problematiek in nabijgelegen Hornebos, de aanliggende habitatrichtlijngebieden en de zettingen in de omgeving, wordt er enkel een proefvergunning verleend voor een periode van 2 jaar en dit onder de volgende voorwaarden.
- De vergunning voor een vierde nieuwe boorput nog dichter naar de bewoning toe wordt geweigerd. De Watergroep moet het doen met de bestaande boorputten die desnoods moeten vernieuwd worden.
- De tijdelijke opjager van Heers wordt maximaal ingezet om zoveel als mogelijk drinkwater te voorzien vanuit de waterwinning van Heers Borgloon. Gezien de lopende rechtszaken en onderzoeken naar de verantwoordelijkheid van de zettingen in Rukkelingen lijkt dit ons een terechte beslissing.
- Het departement omgeving verwacht van de aanvrager ook dat de zettingsverschijnselen degelijk in kaart gebracht worden binnen de 2 maanden na de toekenning van de vergunning en dat er zettingsbakens worden uitgezet die minstens om de 6 maanden worden uitgemeten en waarvan de evolutie wordt onderzocht.
- Het peilpuntennetwerk wordt binnen het jaar vanaf het verlenen van de vergunning sterk uitgebreid. Dit netwerk moet in overleg met een MER deskundige in de discipline water, deeldomein geohydrologie worden uitgewerkt en zo worden bepaald dat de afpompingskegel van het WPC in de aangesproken watervoerende laag door meting kan bepaald worden.
- Alle peil en pompfilters worden binnen één jaar na het verlenen van de vergunning uitgerust met een automatisch loggingssysteem dat minstens elke 6 uur het peil registreert. Synchroon met de peilmeting wordt ook het totaal gewonnen volume per watervoerende laag geregistreerd.
- De opgepompte debieten worden verder beperkt tot een niveau waarbij het grondwaterpeil ter hoogte van peilbuizen S26 en S28 niet verder afzakt dan de kritische veiligheidsniveau’s. Het waakpeil wordt bepaald op 20 cm boven dit veiligheidsniveau. Vanaf het waakpeil wordt verwacht dat de waterwinning wordt bijgestuurd. Wanneer het water het veiligheidsniveau bereikt, volgt een rapportering aan de Vlaamse Milieumaatschappij en de dienst Handhaving van het Departement Omgeving. De vergunning spreekt zich hier helaas niet uit over de praktische gevolgen hiervan. Ze beperkt zich tot het rapport, de genomen maatregelen en een onderzoek naar de oorzaak hiervan. Ze spreekt zich niet uit over het mogelijk tijdelijk stopzetten van de onttrekking wanneer deze situatie zich voordoet.
- Verder vermeldt de vergunning een aantal maatregelen in het kader van de verscherpte natuurtoets in het VEN (Hornebos).
- Vernattingsmaatregelen die moeten genomen worden in samenwerking met het ANB (Agentschap Natuur en Bos). De Limburgse Milieukoepel stelt de maatregelen die werden voorgesteld in de aanvraag sterk in vraag. Als men via dammetjes water wil ophouden, veronderstelt dit dat er wel degelijk water stroomt. En daar wringt nu juist het schoentje. Een bezoek aan het Hornebos leert je al snel, dat zelfs in periodes van veel neerslag er bitter weinig tot geen water ter hoogte van de afzuigkegel stroomt. Water dat er niet is kan je moeilijk ter plekke houden en vernattingsmaatregelen lijken ons daar zeer moeilijk.
- Een opstart van een monitoringsprogramma op basis van vegetatieopnames en peilbuismetingen.
- Regelmatige rapporteringen aan het ANB als terrein beherende instantie.
- Een gelijkaardig monitoringsprogramma moet opgezet worden voor de aanliggende Habitatrichtlijngebieden.
- De Watergroep vraagt ook om in haar lozingen verhoogde fosforconcentraties te mogen lozen. De groep geeft aan dat ze te maken heeft met toenemende fosforwaarden waarvan ze de herkomst niet kan verklaren. De vergunningverlener kent deze lozingen toe in haar vergunning, maar eist van de Watergroep dat ze een onderzoek voert naar de herkomst van deze verhoogde fosforwaarden en op zoek gaat naar mogelijke maatregelen om deze aan de bron te beperken.
- De reeds aanwezige buizen moeten gecontroleerd worden op hun betrouwbaarheid en enkel deze die voldoende relevant zijn, mogen ingezet worden in de analyses.
Met de beperkte vergunning van twee jaar en deze waslijst van voorwaarden geeft het Departement Omgeving aan dat ze deze zaak ernstig neemt en niet zomaar geneigd zal zijn om deze vergunning over twee jaar zonder meer toe te kennen. Voor ons is het ook moeilijk te begrijpen dat een instelling van openbaar onderzoek gedurende de jarenlange werking daar, zo weinig onderzoek heeft gedaan en zo weinig meetpunten in de omgeving heeft uitgezet. Het is dan ook begrijpelijk dat de overheid hier een uitgebreide studie van de impact van deze onttrekking op de omgeving oplegt.
Zoals reeds gesteld betreuren we het gemis aan een duidelijke effectieve maatregelen ingeval het grondwaterpeil onder het veiligheidsniveau zakt.
De vergunning biedt ook geen antwoord aan een opvolgingscommissie waarin een vertegenwoordiging vanuit de milieubeweging en / of de bewoners van Rukkelingen kunnen deelnemen, zoals wij in onze opmerkingennota gesteld hebben. Gezien de ernst van de situatie ter plekke is dit een gemiste kans om de betrokkenen op de hoogte te houden van de halfjaarlijkse voortgangsrapporten.
We volgen dit verder op en zijn benieuwd naar het verdere verloop.