01.06.2022
Spartacus 1 Trambus Hasselt Maastricht: We blijven voorstander voor meer en degelijk openbaar in Limburg. Maar als hiervoor natuur moet wijken durven (moeten) we kritisch zijn.
Op 24 mei was uitvoerig in het nieuws dat de Spartacuslijn 1 tussen Hasselt en Maastricht geen sneltram maar een trambus wordt. Er zijn echter heel wat bedenkingen bij dat project die we bij de Limburgse Milieukoepel met argusogen zullen volgen.
Het is intussen 18 jaar geleden dat Steve Stevaert in 2004 het Spartacusplan aankondigde. Omdat de NMBS niet wilde investeren in Limburg werd samen met De Lijn een plan uitgewerkt om de minst (met openbaar vervoer) bereikbare uithoeken te verbinden met Hasselt.
Drie snelle verbindingen – met een sneltram en weinig haltes - zouden er komen: lijn 1 Hasselt-Maastricht (toen was er nog sprake van een samenwerking tussen de universiteiten van Hasselt en Maastricht), lijn 2 Hasselt-Maasmechelen (want de Maaskant is zeer slecht ontsloten) en lijn 3 Hasselt-Neerpelt (want ook het noorden van Limburg is moeilijk bereikbaar).
Studies werden uitgevoerd, plannen werden getekend en hertekend. De Maasbrug in Maastricht bleek het gewicht van een tram niet aan te kunnen, dus zou de tram niet tot aan het station rijden, maar tot aan de Maas. In Diepenbeek werden spoorwegovergangen afgesloten, omdat de sneltram er vlak langs het spoor zou lopen. In Hasselt werd het kruispunt met de grote ring heraangelegd, met tunnels voor de sneltram. Steven Vandeput, burgemeester van Hasselt ziet een tram tot aan het station van Hasselt ook niet zitten en stelt voor om langs de kleine ring te gaan. Dan volgde het besluit dat voor lijnen 2 en 3 geen tram, maar een trambus voorzien zou worden. Lijn 3 zit ook verweven in het definitief besluit over de Noord-Zuid (N74) verbinding.
Nieuw hoofdstuk
Nu er eind mei beslist werd dat ook op lijn 1 geen tram maar een trambus zou rijden zijn we in een volgend hoofdstuk beland. Van een vlotte verbinding kan nu nog enkel sprake zijn als deze trambus (die “slechts” 70 km/u haalt) een eigen wegbedding krijgt. Dit betekent: langs bestaande wegen en oude spoorlijnen moet een extra rijbaan gemaakt worden van beton. Van het originele plan blijft dus enkel de een fragment van de intentie over: meer openbaar vervoer in Limburg. Beter? Dat durven we in twijfel trekken. Er rijdt momenteel een trein tussen Hasselt en Bilzen met slechts 10 minuten reistijd en een tussenstop in Diepenbeek. Van Bilzen is het niet meer ver tot Maastricht. Ook rijden er bussen tussen Hasselt en Maastricht, al zijn deze gebonden aan het gangbare verkeer en dus niet zo vlot. Bovendien zorgt het beperkt aantal tussenstops wel voor een verkorte reistijd, maar niet voor een vlotte bediening van alle Limburgers.
Dat gaat niet zomaar
Een nieuwe wegbedding tussen Hasselt en Maastricht betekent niet alleen meer beton, maar ook een ruimtelijk vraagstuk. Hoe leg je een extra rijstrook aan langs een drukke steenweg? Wat kost het om een oud treinspoor te vervangen door een betonnen rijbaan? En bovenal: hoeveel natuur zal moeten wijken? Een trambus vraagt een bredere bedding dan een tram. De trambus kan wel over de gewone weg rijden, maar staat dan ook mee in de files.
Tussen Bilzen en Lanaken loopt het traject dat voor de sneltram was uitgetekend door 3 Europees beschermde natuurgebieden. Het gaat om het domein Groenendaal in Waltwilder, de vallei van de Krombeek in Eigenbilzen en de kanaaltaluds tussen Eigenbilzen en Gellik. Daar leg je niet zomaar een nieuwe weg aan. Alle drie de gebieden zijn door Europa beschermd als Natura2000 Habitatrichtlijngebied en behoren tot het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN). In zulke gebieden zijn ingrepen die een onomkeerbare schade aan het natuurlijk milieu toebrengen niet toegelaten. Alvorens hiervoor vergunning kan afgeleverd worden is er een toestemming van Europa nodig en moet het project aan de ADC toets onderworpen worden. Dit betekent dat het project enkel kan doorgaan als er een Dwingende reden van algemeen belang moeten aangetoond worden en er geen Alternatieven voorranden zijn. Stel dat het project aan de twee voorgaande zaken zou voldoen, dan dienen er Compenserende maatregelen te worden voorzien zodat de samenhang tussen de Natura 2000 gebieden bewaard blijft. Met het wegvallen van de onderlinge samenwerking tussen de beide Limburgse universiteiten lijkt de belangrijkste reden van openbaar nut al een tijdje achterhaald en met een huidig bestaand alternatief van een conventionele buslijn en een trein die al op 14 minuten in Bilzen is en die kan gecombineerd worden met de huidige buslijn, kan je moeilijk spreken van geen alternatieven. Ook een ruimtelijk alternatief is bij ons weten nog niet onderzocht. De kans dat een trambustraject op de bestaande bedding tussen Bilzen en Maastricht zal rijden lijkt ons dus erg klein.
De ingebruikname van deze lijn betekent weeral een nieuwe versnippering van onze natuur en gaat daarmee in tegen alle goede beleidsvoornemens van zowel de provinciale als gewestelijke overheid die de resterende natuurgebieden beter met elkaar willen verbinden.
We blijven vragende partij voor meer en beter openbaar vervoer in Vlaanderen, met name in Limburg. Maar als hiervoor natuur moet wijken durven (moeten) we toch kritisch zijn. Zeker wanneer het hier gaat om een winst van hooguit enkele minuten. (Huidige trein in combinatie met huidige bus geeft ca 50 minuten tegenover de trambus die er in optimale omstandigheden 42 minuten over zou doen). Ondertussen boemelen we gezapig verder op de bestaande lijnbusverbinding richting Maastricht…