Op 13 juni 2023 oordeelde een vrederechter in Lier dat een geschil tussen twee buren, over twee grote zomereiken die voor ‘overlast’ zorgden, in het voordeel van de bomen beslecht moest worden. Dit precedent tegen het kappen en kandelaberen van bomen, moet volgens ons veel navolging krijgen.
We delen onderstaand nieuwsartikel hierover van Erik Van Den Eeden, vrederechter op rust, lid van het Dagelijks Bestuur van Grootouders voor het Klimaat.
Ook rechters zijn bezorgd over de klimaatcrisis
De klimaatrechtspraak, waarbij burgers en milieuorganisaties de overheid of ondernemingen aanklagen wegens de gezondheids- en milieuschade ingevolge de klimaatverandering, zit duidelijk in de lift. Vooral sedert het Haagse vonnis inzake Shell worden hoge emissie-bedrijven in toenemende mate aangesproken om hun beleid om te gooien. Tegen 2030 mogen we ook rechtszaken verwachten tegen autoproducenten om te stoppen met de productie van fossiel aangedreven wagens. Daarnaast merken we nu ook dat de bezorgdheid voor de klimaatcrisis wordt meegenomen als beoordelingselement in de dagelijkse, courante rechtspraak. Een voorbeeld daarvan is het vonnis van 13 juni laatstleden van de vrederechter te Lier.
Het ging om een zaak van “bovenmatige burenhinder”. Kort gezegd bepaalt de wet dat men in de buurt moet rekening houden met de rechten en belangen van de omwonenden, er dus een zeker evenwicht moet worden bewaard en dat degene die dit evenwicht verstoort, verplicht kan worden maatregelen te nemen om het evenwicht te herstellen. In dit geval ging het over een wildgroei van allerlei beplantingen en bomen. In eerste instantie had de vrederechter tijdens een bezoek ter plaatse op een aantal punten reeds een akkoord kunnen tot stand brengen tussen de partijen. Bleef nog het probleem van het bladertapijt afkomstig van twee grote zomereiken. De klager eiste dat deze gekandelaberd zouden worden (waarbij de takken zouden worden afgezaagd totdat de boom zou gaan lijken op een kapstok). De vrederechter wees deze eis resoluut af en oordeelde vrij lapidair dat het evenwichtsherstel in casu erin bestaat dat de eigenaar van de bomen afvalzakken geeft aan zijn buur voor het ruimen van de bladeren en deze nadien afvoert.
Interessant is de motivering van de vrederechter: “In tijden van klimaatverandering wordt ook onze regio geconfronteerd met temperatuurstijgingen en hittegolven. Bomen vormen een natuurlijke en waardevolle bescherming tegen oververhitting en uitdroging. Ook al heeft de tuin van K.V. geen publieke bestemming, toch kan bij analogie geoordeeld worden dat het algemeen belang om gezonde en vitale bomen te behouden en bewaren, mee mag wegen in de beoordeling.”
We kennen in België geen bindend precedentensysteem zoals in de Angelsaksische landen, toch kan een dergelijke motivering inspirerend werken om de bescherming van ons bomenbestand ook af te dwingen voor de rechter.
Nog een laatste opmerking. Terwijl de rechter in de Klimaatzaak de vrijwillige tussenkomst namens 82 beschermde bomen nog had afgewezen, zien we, onder druk van de klimaaturgentie en met het oog op de broodnoodzakelijke natuurbescherming, het toekennen van rechtspersoonlijkheid aan ecosystemen stilaan binnensijpelen in het omgevingsrecht.
Ontdek ook ons drieluik over bomen
In ons drieluik over bomen ontdek je meer over bomen en hun relatie met mens en natuur.
Deel 1: Boom zoekt Bestaansrecht
Foto: © Els Ferson